Arbeidsongeschiktheid en AOV

Wanneer u als werknemer door ziekte of handicap niet meer of minder kunt werken, heeft u onder bepaalde omstandigheden recht op een uitkering. De hoogte van de te ontvangen uitkering kan per situatie schelen en er zijn verschillende soorten uitkeringen.

De instantie die aanvragen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering bekijkt, is het UWV. Het aanvragen en vervolgens ontvangen van zo’n uitkering brengt een aantal verplichtingen met zich mee, maar natuurlijk ook rechten. Zo moet u medewerking verlenen en wijzigingen altijd doorgeven.

Denk bij wijzigingen bijvoorbeeld aan wijzigingen betreffende uw gezondheid, inkomen of verhuizing. Hieronder een overzicht van de verschillende arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Naast het regelen van een eventuele uitkering kunt u ook een regeling treffen betreft arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Ook daarover hieronder meer informatie.

Ziektewetten WIA, WAO, WAZ

Deze uitkeringen verschillen allemaal wat van elkaar. Zo is de duur van uw ziekte van belang voor het aanvragen van de uitkering –langer of korter dan twee jaar. Verder is van belang of u een werkgever heeft of niet.

– WIA staat voor: Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen. Deze uitkering krijgt u als u 104 weken ziek bent en daardoor 65% minder dan uw oude loon kunt verdienen. U moet zoveel als mogelijk toch werken. Binnen de WIA vallen verschillende regelingen voor verschillende situaties.
– WAO staat voor: Wet op de ArbeidsOngeschiktheidsverzekering. Zolang uw situatie niet verandert, houdt u deze uitkering. Binnen de WAO vallen verschillende regelingen voor verschillende situaties, bijvoorbeeld een regeling gebaseerd op uw vroegere loon.
– WAZ staat voor: Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering Zelfstandigen. Dit is dus de ziektewet gericht op zelfstandigen. Let op! Deze regeling geldt niet meer voor zelfstandigen die arbeidsongeschikt werden na 01-08-2004. Wel kunt u een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten (Zie voor meer informatie het kopje ‘AOV’)

Wet Wajong

Wet Wajong staat voor: Wet Werk en Arbeidsondersteuning JONGgehandicapten. Als u op jonge leeftijd een ziekte of handicap kreeg die u tegenhoudt in het vinden of houden van werk heeft u misschien recht op de Wajong-uitkering.

De eerste vereiste is dat u nu én in de toekomst niet de mogelijkheid heeft om te werken. U heeft dus de grootste kans op de Wajong wanneer u geen of praktisch geen werkervaring heeft, u op het moment niet werkt, u wel de wil heeft om te werken, maar een beperking u tegenhoudt en denkt dat u ook in de komende jaren niet kan werken.

Verder moet u tussen de 18 en 30 jaar zijn en in Nederland wonen, mag u op het moment van aanvragen geen opleiding volgen en zijn uw werkmogelijkheden niet binnen één jaar verbeterd.
Denkt u aan de voorwaarden te voldoen, dan kunt u een digitaal aanvraagformulier invullen, ondertekenen en per post naar het UWV sturen.

Als u medische rapporten voor uw situatie heeft, stuur deze dan mee –u kunt verwachten dat met deze rapporten vertrouwelijk wordt omgegaan. Dit versnelt de procedure en kan de kans op de Wajonguitkering vergroten. Hierna moet u op gesprek komen.

Na het gesprek zal u een brief met de beslissing ontvangen. Luidt de beslissing dat u een uitkering zal gaan ontvangen, dan zal dit 75% van het minimumloon zijn. Luidt de beslissing dat u géén uitkering zal gaan ontvangen dan kunt u uw gemeente om hulp vragen of bezwaar maken tegen de beslissing.

AOV

AOV staat voor: arbeidsongeschiktheidsverzekering (meer info). Als zelfstandige of Zelfstandige Zonder Personeel (ZZP) is het verstandig een AOV af te sluiten, namelijk zonder AOV ontvangt u géén arbeidsongeschiktheidsuitkering wanneer u om wat voor reden dan ook arbeidsongeschikt raakt.

Uiteindelijk kunt u als particulier zonder AOV nog wel een uitkering ontvangen in de vorm van een bijstandsuitkering, maar vaak doet u er beter aan dit te voorkomen. Wanneer u namelijk wel een AOV heeft dan ontvangt u een uitkering met een hoogte afhankelijk van uw AOV en uw mate van arbeidsongeschiktheid. Sluit u dus een hogere AOV af, zal u meer geld ontvangen mocht u arbeidsongeschikt raken.

De kosten voor een AOV liggen dan ook voor een groot deel in uw handen. Uw verzekeraar bekijkt uw situatie aan de hand van drie verschillende normen afhankelijk van de verzekering die u heeft afgesloten, namelijk op beroepsarbeidsongeschiktheid, passende arbeid of gangbare arbeid.

– Beroepsarbeidsongeschiktheid: Hierbij wordt alleen gekeken of u uw beroep nog kunt uitoefenen en bent u dus beroepsarbeidsongeschikt als dit niet meer kan. U kunt dus naast de ontvangen uitkering alsnog binnen een ander beroep werken. Uiteraard is deze vorm van verzekeren de duurste.
– Passende arbeid: Hierbij wordt een stuk breder gekeken dan bij de beroepsarbeidsongeschiktheid waardoor u minder snel arbeidsongeschikt zal worden verklaard. Er worden gekeken of er aan de hand van opleiding en vaardigheden passend werk voor u gevonden kan worden.
– Gangbare arbeid: Hierbij wordt, net als bij de overheidsuitkeringen, gekeken of u überhaupt nog kunt werken. Echter, dit is vaak niet gangbaar voor zelfstandigen omdat er totaal niet gekeken wordt naar uw belangen, maar alleen wordt gekeken of er nog een baan is die u kunt uitoefenen. Was u bijvoorbeeld eerst advocaat dan nog kan er van u verlangd worden in de supermarkt vakken te vullen.

Wachttijd, arbeidsongeschiktheidspercentage en het te verzekeren bedrag

Verder zijn er andere zaken waarover u moet nadenken als u een AOV afsluit. Zo krijgt u de uitkering pas na een, door u te bepalen, wachttijd en hangt het te ontvangen bedrag af van het bedrag waarvoor u verzekerd heeft en de mate dat u arbeidsongeschikt bent.
– De wachttijd wordt ook wel eens ‘eigen risico termijn’ genoemd. Aan de hand van de wachttijd die u kiest, ontvangt u uw uitkering eerder of juist later. Veelvoorkomende wachttijden zijn één, twee of drie maanden, maar ook een half jaar is een veelvoorkomende wachttijd. Hoe langer uw eigen risico termijn is, hoe lager de kosten zijn. Natuurlijk moet u dan tijdens deze termijn wel op eigen centen teren.
– Afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid ontvangt u een uitkering. Het arbeidsongeschiktheidspercentage is zelden 100%. Dit percentage is dan ook weer afhankelijk van de drie hierboven genoemde criteria.
– Hoe hoger het te verzekeren bedrag, hoe meer u betaalt voor uw verzekering. Op dit bedrag wordt uw uitkering gebaseerd. Er zijn twee soorten verzekerde bedragen: Rubriek A en B. Het bedrag in rubriek A slaat op uw eerste jaar van arbeidsongeschiktheid. Het verzekerde bedrag in rubriek B slaat op de jaren daarna dat u arbeidsongeschikt bent.